Het hart helen

312 Helen de diepte inVerschenen in Bres Magazine, nov 2018

“Wanneer de knoop die het hart ketent, uiteen gehakt wordt, dan wordt een sterveling onsterfelijk” – Upanishaden

 Het hart wordt natuurlijk gezien als symbool voor liefde, verbondenheid, openheid. Frases als ‘open je hart’, ‘je hart volgen’ en ‘naar je hart luisteren’ zijn veelvoorkomend, niet alleen in spirituele kringen maar ook in popmuziek. Maar wat als je hart afgesloten is en je niet weet hoe je die kunt openen? Als je niet weet waar je hart heen wil, omdat er een muur omheen gebouwd lijkt? En als je je hart niet kunt horen spreken omdat er een knoop in gelegd is? Dat zijn natuurlijk maar metaforen en geen enkele metafoor is uiteindelijk echt kloppend, maar er bestaat zoiets als een knoop in het hart of een muur eromheen. Kortom, een sensatie dat het hart fysiek onvrij is, beklemd, dat er een last op ligt. Sommigen van ons hebben daar last van. Ik had dat in ieder geval wel, en de pijn van die knoop komt nog weleens op. “Hoe leg jij die knoop?” vroeg een goede vriend weleens aan me toen we het erover hadden. Een bijzondere manier om ernaar te kijken vond ik, omdat ik niet de beleving had dat ik dat zelf deed.

De knoop is er door alle ervaringen waarbij het hart afgesloten werd, beschermd werd tegen al te heftige emoties. Door situaties en gebeurtenissen die te maken hadden met – hoe kan het ook anders – andere mensen. Zoals Jean-Paul Sartre zo treffend schreef: ‘de hel, dat zijn de anderen’. De wereld van objecten, natuur en dieren is geen probleem voor me en voor de meeste mensen niet geloof ik. Je hart gaat er niet van op slot, laat ik het zo zeggen. Het wordt pas moeilijk, als er andere mensen bij betrokken zijn. Vreemden, collega’s, docenten, vrienden, familie, ouders en natuurlijk vooral geliefden. Want die zijn me een partij moeilijk!

Elke keer dat ik niet durfde of in staat was om te voelen wat een bepaalde actie of opmerking van een geliefde (of iemand anders) in mijn hart teweeg bracht, werd de knoop strakker aangetrokken. Of om de andere metafoor te gebruiken: de muur werd verstevigd of verhoogd met wat extra bakstenen. Waarom? Om ervoor te zorgen dat ik die pijn de volgende keer niet meer zou hoeven te voelen. Welke pijn? De pijn die ik toch al niet volledig wilde voelen? Hmm, interessant. Je houdt dus iets tegen zonder te weten wat het precies is. Alsof je een verdedigingsmuur bouwt om een vijand buiten te houden zonder te weten of ‘die vijand’ überhaupt wel een vijand is. Tijd voor een stukje tekst uit jaren ’60 popmuziek om dat te illustreren.

I’ve built walls
A fortress steep and mighty
That none may penetrate
(…)
I am shielded in my armor
Hiding in my room, safe within my womb
I touch no one and no one touches me

I am a rock
I am an island

And a rock feels no pain
And an island never cries

– Simon & Garfunkel –

Ironisch genoeg, heb ik door de jaren juist steeds een pijn gevoeld, niet door acties of opmerkingen van geliefden of andere mensen, maar door mijn eigen weerstand tegen emoties. De pijn van een afgesloten hart. En die pijn is veel erger dan de pijn die veroorzaakt lijkt te worden door anderen. Dat is mijn ervaring nu tenminste. Die pijn is als een fysieke blokkade rond of zelfs in het hart, die op de meest willekeurige momenten voelbaar werd, dus ook zonder directe aanleiding. Absoluut geen pretje. Ik ben er ook van overtuigd dat er meer hartziekten ontstaan door weerstand tegen voelen dan door roken of cholesterol. Het is trouwens zo paradoxaal, dat wanneer er weerstand is, emoties een big deal zijn. Wanneer alles er mag zijn, zijn de emoties ook niet zo’n probleem meer en verdwijnen ze ook veel sneller dan wanneer ik er een hoop belang aan hecht.

Maar hoe hak je die knoop nou uiteen, zoals ze het in de Upanishaden verwoorden? Er wordt altijd wel gezegd dat je emoties toe moet laten, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Degene die zich gekwetst voelt door anderen, die wil die onprettige emoties namelijk helemaal niet voelen. Het afgescheiden ‘ik’, het ego, is juist de weerstand, de verdedigingsmachine. Zolang je gelooft dat je afgescheiden bent van de ander, is die weerstand ook ‘nodig’ want die ‘ander’ kan jou pijn doen. De knoop in het hart is spanning. Een antwoord op de vraag van mijn vriend zou zijn: “ik leg die knoop door te geloven dat ik afgescheiden ben van de ander”. Door weerstand is er afgescheidenheid, zijn er grenzen en grenzen geven een spanningsveld. Zolang je gelooft in ‘jij’ en ‘de anderen’ leef je in de hel. Niet de anderen zijn de hel, maar het geloof in het concept ‘ander’, en dat is waarschijnlijk ook wat Sartre bedoelde met zijn uitspraak. Is dat concept ook niet de oorzaak van alle conflicten, tot allesvernietigende oorlogen aan toe?

Dat is trouwens nog steeds geen antwoord op hoe je die knoop uiteenhakt. Goed. De knoop is weerstand en weerstand is een ‘doen’. Het uiteenhakken is geen doen, het is juist een niet-doen. Je moet er dus juist niks mee doen met die weerstand, je moet er niet vanaf proberen te komen. Het ervan af willen, is juist het probleem. Dat ís de knoop, of de muur. Van weerstand af willen, ís weerstand. Maar wat er kan gebeuren, is dat je in gaat zien wat die weerstand teweeg brengt, dat het meer voor pijn zórgt dan dat het je tegen pijn beschérmt. Het zorgt zelf voor meer pijn dan de emoties, zoals ik al zei. Dit onderzoeken is een ‘pad’ van observeren, bewustwording. Wat er ook kan gebeuren, is dat je inziet dat wat je ‘de wereld’ noemt, inclusief ‘de anderen’, niet afgescheiden is van jou. Een spontaan ‘ontwaken’ uit de droom van afgescheidenheid. Dat kan nogal een shock teweegbrengen waardoor je perceptie 180° kantelt. Dat laatste kun je niet teweegbrengen, het eerste daar kun je wel mee ‘aan de slag’. En je kunt beide ‘paden’ tegelijkertijd bewandelen, zogezegd.

Het resultaat van dat onderzoeken of spontaan ontwaken is dat niet alleen op een mentaal niveau, maar juist ook op een lichamelijk gevoeld, energetisch niveau, de weerstand wegvalt, en er ontspanning optreedt. Met name in het hartgebied, maar ook door de rest van het lichaam. Ik kon merken dat de muur om mijn hart begon af te brokkelen, toen ik inzag dat de werkelijkheid één geheel is en dat ‘de ander’ niet afgescheiden is van mij. Of anders gezegd, toen ik zag dat er geen vaststaand ‘mij’ is die gekwetst kan worden. Door weerstand maak ik mezelf tot een vaststaand iets. Zonder weerstand is er op deze plek waar ik ben een transparante aanwezigheid. Ik zag in dat ik mezelf niet meer de hele tijd hoefde te beschermen tegen wat anderen zeiden of deden. Er kwam verandering en ontspanning in mijn lichaam. Dat wil niet zeggen dat die oude geconditioneerde reactie helemaal niet meer opkwam; dat patroon rolt nog geruime tijd door en wellicht raakt dat ook nooit helemaal uit het organisme. Als je je voet van het gaspedaal in je auto afhaalt, rolt de auto ook nog een tijd door.

Maar hoe die fysieke pijn rondom mijn hart precies verminderd is, kan ik eigenlijk heel moeilijk in woorden uitdrukken. Het is een proces van heling van een uiterst diepe wonde. In mijn beleving, de meest basale snee die een mens oploopt in relatie tot zijn of haar omgeving. Ik was me er al heel vroeg op mijn spirituele pad bewust van. Ik heb veelvuldig yoga-oefeningen gedaan om mijn borstgebied te openen, om erin door te ademen. Ik ben er veel mee gaan zitten om de pijn te voelen. Ik heb op heel veel verschillende manieren geprobeerd om ontspanning in dat gebied te krijgen. Soms had het effect, soms niet. Het is ook heel moeilijk te zeggen wat een bepaalde oefening of meditatie veroorzaakt, omdat een bepaald resultaat ook door zoveel andere dingen veroorzaakt kan zijn.

Daarnaast bracht het leven me uiteraard nog altijd genoeg situaties om mee te oefenen. De weerstand werd vaak genoeg geactiveerd in relatie tot mensen, dus ik kon me vaak genoeg bewust worden van de pijn en van hoe het mechanisme van weerstand werkt. Ik zou kunnen zeggen dat alle dingen samen geholpen hebben: de lichamelijke oefeningen, het observeren van het mechanisme, het toelaten van emoties en het inzicht dat er geen afgescheidenheid is. Toch kan ik dat niet met zekerheid zeggen. Wel weet ik dat dat laatste er voor mijn gevoel definitief ‘de angel’ uitgetrokken heeft. Het gevoelde geloof in afgescheidenheid is de grond waarop de muur van weerstand gebouwd is. Als die grond eenmaal weg begint te zakken, kan de muur ook niet lang meer overeind blijven. Wat het instorten van die muur onthult, is je oorspronkelijke en ‘onsterfelijke’ natuur, te voelen als een open hart.  © Ludo de Jongh

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s