Dit leven is het speelkwartier in de eeuwigheid

Verschenen in Tijdschrift InZicht mei 2019
Liever pdf versie? → Dit leven is het speelkwartier in de eeuwigheid

20 jaar
Weet je nog hoe je op de basisschool uit kon kijken naar het speelkwartier? Ik wel in ieder geval. Dan kon je even vijftien minuten helemaal los: rennen, stilzitten, met zand in de weer zijn, praten, kussen, verkering vragen, ruzie maken, vechten, het kon allemaal. Om vervolgens weer keurig in de klas te zitten en op te letten (of niet). Dit leven is net als dat speelkwartier. Alhoewel we daarvoor gelukkig wat meer tijd hebben dan vijftien minuten.

Om te spelen heb je een lichaam nodig. Om te spelen heb je een ander nodig, of een object. Of een hond. Kortom, om te spelen is er dualiteit nodig. In non-duale kringen wordt er wel zo gehamerd op de non-duale natuur van het bestaan, maar nu je hier toch bent (op aarde bedoel ik) mag je spelen, en genieten van (en inderdaad, ook lijden aan) de dualiteit, je zintuigen, lichamelijkheid, ervaringen. Een buitenkans dus, dit leven!

Nu wordt er natuurlijk ook niet voor niks gehamerd op hoe de werkelijkheid echt is. Het speelt namelijk nog lekkerder, wanneer je het spel niet al te serieus neemt; als je doordrongen bent van het feit dat er eigenlijk alleen ‘het Ene’ is, vermomd als de ’10.000 dingen’ (wat een laag getal trouwens, hadden ze in die tijd nog niet gehoord van miljoenen?). De eeuwigheid is het speelplein waarop we dit fysieke leven uitleven. Ja, de werkelijkheid is één; Leela heeft twee nodig.

Het is er allebei: zowel de eeuwigheid als het tijdelijke, de flatline van het grote Niets en de pieken en dalen van het spel. Gezien vanuit het filter dat we ingebouwd gekregen hebben in ieder geval, waardoor we de realiteit anders waarnemen dan hoe ze is, want in werkelijkheid is er zelfs geen verschil tussen het tijdloze en het tijdelijke. Maar door dat filter is het spel leuk en spannend, onze herinnering aan het Ene zorgt voor de rust en de liefde.

Oftewel: God vond het maar saai in zijn/haar eentje en wou een beetje interactie. Met wie? Tja, hoe zou-ie iets moeten creëren dat niet (van) hemzelf is? Dus hij vergeet zichzelf in zijn eigen gecreëerde tweedeling en komt erachter dat het toch wat ellende geeft, wanneer er enkel en alleen dualiteit lijkt te zijn. Gelukkig kan hij elk moment wakker worden en zich herinneren dat hij het zelf was die het hele spel in elkaar gezet heeft. Wat een opluchting! ‘Speel maar lekker verder’, kan-ie dan met een knipoog tegen zichzelf zeggen.  © Ludo de Jongh

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s